zondag 2 augustus 2009

1) Wel en wee in het OCMW

Broerlief had het vorig jaar goed getroffen bij de groendienst van het OCMW dus besloot ook ik dit jaar mijn kans te wagen, zij het niet in de sector groene vingers, maar in de keuken. Het is te zeggen: de warme maaltijden rondrijden. Het klonk allemaal heel leuk (en dat was het ook) maar ik was toch benieuwd. Van 1 tot 24 juli was de trotse gebruikster van een OCMW-camionetje, met groene letters, een sleutelbos en mijn eigen drankhoudertje. Yihaaa!
Met een wit, katoenen mutsje op mijn hoofd, word ik voorgesteld aan het keukenpersoneel. Allen vriendelijk en nieuwsgierig, vooral naar hoe lang het gaat duren voor ik de routine onder de knie heb.
Ik werd ingedeeld bij Sylvie, een spring-in-'t-veld die van wanten weet. Drie voormiddagen lang legde ze me uit waar ik wat kon vinden, hoe het wél moest, hoe de menu's ineenzaten en meer van dat fraais. Een korte dagindeling:
1) Bij het aankomen zet ik mijn muts op, doe ik een gepaste polo aan en overloop ik mijn ronde. Geen enkele dag is dezelfde, want niet iedereen eet elke dag (soms komt er familie of gaan ze op bezoek, drukbezet als ze zijn). Er kunnen ook nieuwe bijkomen of routinees afvallen. Na het overlopen van de adressen (ook in mijn hoofd rijd ik even het parcours) maak ik mijn auto klaar. De frigo aansteken, de desserts erin en mijn oven - die nog in de keuken staat - vullen met soepjes.
2) Bandwerk. De 'platjes', zorgvuldig bereid, worden in een aluminiumschotel geserveerd en elk heeft zijn functie: aardappelen, vlees of groenten. Die van mij was de saus bedelen. Klinkt weinig opwindend, maar het was geen 'kattepis'. Bij elke schotel ligt een kaartje met wat de klant wel en vooral absoluut niet mag eten. Ik had telkens een zoutarme saus en een gewone versie. Op vrijdag (visdag) waren er vaak vleeseters dus daar werd ook nog een apart sausje voor gemaakt; aan de diabeten werd er ook gedacht,... en ga zo maar door. Drie toeren, drie ovens dus drie keer twintig minuten aandachtig saus scheppen.
3) Oven in de auto en de baan op. Op zich was mijn toer niet zo groot (30 km) maar met de constante stops (66 in drie uur) werd dat een niet te onderschatten conditieoefening. Ook dien je rekening te houden met de weersomstandigheden, de aantal minuten die er blijkbaar nodig zijn om van de positie waarin je je bevindt bij het horen van de bel naar de deur zelf moet hobbelen en de praatgraagheid van die pensioengerechtigden. Bij sommige was ik niet zo happig op een 'koffie en een klets' maar zelfs als ik het gewild had, noopte mijn strakke tijdsschema mij ertoe beleefd doch dringend dergelijke verzoekjes af te wimpelen.
Er waren ook speciale dagen: op woensdag wordt de menu rondgedeeld (extra gevaarlijk als er wat wind is, want dan blaaien die zo weg), donderdag worden de diepvriesmaaltijden genoteerd zodat die tegen vrijdag klaar zijn.
Auto-ongelukken heb ik niet gehad, huiselijke onhandigheidjes daarentegen... In een niet nader bepaald adres heb ik in de inkomhal van het appartementsblok een kommetje soep laten vallen (met een bestelling van vijf plats, soepen en desserts had ik mijn handen meer dan vol; ze mogen dan op de 'buzzer' duwen, dan nog moet ik op mijn ellebogen rekenen om de deur open te prutsen). Naar best kunnen de schade wat beperkt maar de dag erna al lik op stuk gekregen. "De verzekering zal dat moeten regelen, hé meiske." Wablief? Uiteindelijk veel show, maar zo hebben de oudjes weer hun portie drama gehad en er een anekdote voor het leven bij - of hoe de jeugd van tegenwoordig toch "niet meer kan werken"...

Geen opmerkingen: